Geïntegreerd taalonderwijs maakt de taalles leuk en effectief
praktijk
po

Geïntegreerd taalonderwijs maakt de taalles leuk en effectief

Het taalonderwijs kent vier domeinen: lezen, schrijven, spreken, en kennis over taal. Deze domeinen komen in de taalles vaak als losse onderdelen aan bod. Maar verbind je die losse onderdelen met elkaar, maak je de taalles effectiever, samenhangender en win je ruimte in het lesprogramma. Petra de Lint, leraar groep 8, vertelt in de video hoe zij geïntegreerd taalonderwijs in de praktijk brengt.

  • Deze video kan worden embed

De Lint laat haar leerlingen zien hoe je verhalen spannender maakt door het gebruik van details zoals bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Daarbij hanteert ze twee doelen: het herkennen van details bij het lezen van een verhaal en het toepassen van details bij het schrijven van een verhaal. Zo integreert ze de domeinen lezen en schrijven met elkaar. Bij het ontwerpen van deze geïntegreerde taalles maakte ze gebruik van de richtlijnen van het project Taaldomeinen in samenhang.

In het project Taaldomeinen in samenhang verkende SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, manieren hoe leraren de verschillende taaldomeinen op een effectieve manier aan elkaar kunnen verbinden. Op basis van literatuurstudie, een analyse van taalmethodes en interviews met experts ontwikkelden zij duidelijke criteria en ontwerpprincipes voor geïntegreerde taallessen.

Criteria voor het verbinden van taaldomeinen

Het succes van geïntegreerde taallessen hangt volgens het SLO af van drie criteria:

  1. Verbind twee of meer taaldomeinen, bijvoorbeeld lezen en schrijven, waarbij ze allen evenveel aandacht krijgen
  2. Wijs leerlingen expliciet op samenhang: ‘Let op, wat je nu geleerd hebt kun je ook gebruiken bij…’
  3. Zorg dat taaldomeinen aan de orde komen binnen één les of een lessenreeks

De SLO vertaalde deze drie criteria naar ontwerpprincipes die je als tips kunt gebruiken in je taallessen.

Ontwerpprincipe 1: gebruik hetzelfde doel voor meerdere taaldomeinen

Als je twee taaldomeinen met elkaar verbindt, is het belangrijk om voor beide domeinen dezelfde focus of hetzelfde doel te kiezen. Bijvoorbeeld: je focust op het gebruik van verbindingswoorden in een tekst bij zowel het lezen als het schrijven van teksten.

Lees meer over het kiezen van een gemeenschappelijk doel.

Ontwerpprincipe 2: leg relaties tussen taaldomeinen

Het is belangrijk om de samenhang tussen de taaldomeinen te versterken. Koppel bijvoorbeeld de woordenschatles aan de spellingles. Zo gebruik je het begrip van woorden tegelijkertijd om die woorden goed te leren spellen. Daarmee maak je de woordenschatles dus functioneel voor de spellingles.

Lees meer over het leggen van relaties tussen taaldomeinen

Ontwerpprincipe 3: laat taaltaken van het ene domein voorbereiden in een ander domein

De voorbereiding in het ene taaldomein heb je nodig of kun je gebruiken voor het andere taaldomein. Laat leerlingen bijvoorbeeld eerst teksten lezen over een onderwerp om hun voorkennis te vergroten en laat ze daarna schrijven over dat onderwerp. Het lezen is zodoende een voorbereiding op het schrijven.

Je kunt ook tijdens een groepsgesprek de leerlingen wijzen op woordleerstrategieën (woordenschat) of op gespreksregels (domein mondelinge taalvaardigheid). Of gebruik strategieën van begrijpend lezen bij het domein schrijven, bijvoorbeeld door leerlingen met een mindmap hun eigen tekst te laten structureren.

Lees meer over hoe je taaltaken laat voorbereiden in een ander taaldomein.

Meer weten?

  • Op de website van Taaldomeinen in samenhang vind je informatie om je taallessen meer samenhang te geven: zowel vanuit een taalmethode als door zelf ontworpen taallessen.
  • In de lessenserie van het project Leren schrijven met peer response vind je lessen met een expliciete koppeling tussen schrijven, lezen en gesprekken voeren.

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.