Gastcolumn van een brugklasdocent: ‘Hij had de concentratie van een beukennoot’
Een van de brugklassers van docent Inge Huijser-Engbers heeft nogal veel moeite om zich te concentreren. Hij hangt de clown uit en zit vaker op de gang dan in de klas. Ze beseft dat deze leerling zich weliswaar stoer voordoet, maar dat ook hij behoefte heeft aan het krijgen van complimentjes. “Het is tijd om de speelkaart te onthullen. Dit is mijn kans. Snel wissel ik zijn naam om.”

Wil je ook een gastcolumn schrijven over jouw ervaringen in het onderwijs? Mail ons.
Voor mij zitten de leerlingen van een vmbo-brugklas. Het zijn gezellige, drukke kinderen, die echt wel hard willen werken. Ze zitten zichzelf alleen af en toe in de weg met hun gedrag.
Pakje speelkaarten
Om deze leerlingen te motiveren neem ik tijdens mijn lessen een pakje speelkaarten mee. Op elke speelkaart schrijf ik de naam van een van de leerlingen. Aan het begin van de les schud ik telkens het pakje kaarten, vervolgens mag een van de leerlingen een kaart ongezien uit het pakje trekken. Deze kaart hang ik blind op het bord.
Aan het einde van elke les bekijk ik de speelkaart die op het bord hangt. Draagt deze de naam van een leerling die tijdens de les geen waarschuwing heeft gekregen? Dan laat ik de kaart aan de klas zien en krijgt de betreffende leerling een complimentenkaartje mee naar huis. Op dat complimentenkaartje staat mijn handtekening en een verklaring dat de leerling goed heeft meegedaan en hard heeft gewerkt.
Heeft de betreffende leerling wél een waarschuwing gehad? Dan stop ik de speelkaart ongezien terug in het pakje kaarten, en zullen de leerlingen nooit weten welke naam er op de kaart stond.
De clown uithangen
Een van de leerlingen in deze klas is Milan (niet zijn echte naam, red.), een jongen die ik elke les wel een paar waarschuwingen moet geven. Hij heeft de concentratie van een beukennoot en hangt het liefst de hele les de clown uit. Je kunt Milan bij veel lessen dan ook vaker op de gang aantreffen dan in een lokaal. Toen ik het kaartsysteem in de klas introduceerde, riep Milan stoer: ‘U kunt mijn naam er wel uitlaten hoor, ik verdien toch nooit een compliment’.
Tijdens deze les mogen de leerlingen een poster maken. Blijkbaar vinden ze het een leuke opdracht, want iedereen werkt hard. Wonder boven wonder gaat ook Milan aan de slag. Voor het eerst hoef ik tijdens de les niemand hoeven waarschuwen.
Het is bijna tijd om de naam op de speelkaart te onthullen. Wat hoop ik dat het dit keer die van Milan is. Terwijl de leerlingen aan het opruimen zijn, valt mijn oog op het pakje kaarten met daarop de namen van de overgebleven leerlingen. Ik gluur stiekem even in de kaarten en zie dat de naam van Milan nog in de stapel kaarten zit. Helaas.
Dit is mijn kans
Dan is het tijd om de speelkaart die op het bord hangt, te onthullen. Ik zie de naam staan van een leerling die ziek is. Normaal gesproken haal ik de namen van zieke leerlingen eruit, maar dit keer ben ik dat vergeten. Dit is mijn kans.
‘Hij juicht hard en holt door het dolle heen door het lokaal’
Ik houd de kaart op de borst en vraag aan de klas: ‘Wie heeft er vandaag een waarschuwing gekregen?’ De leerlingen kijken even om zich heen en een aantal zeggen verbaasd: ‘Niemand!’ ‘Aha, dus ik kan een complimentenkaartje uitdelen?’ lach ik. Snel wissel ik de kaart met de naam van de zieke leerling om met die van Milan.
Ik onthul de kaart met Milans naam erop en geef hem zijn complimentenkaartje. Hij juicht zo hard dat zijn stem drie lokalen verderop te horen is: ‘Yes, Yes, Yes! Ik heb hem!!!’ Door het dolle heen rent hij door het lokaal en laat al zijn klasgenoten zijn complimentenkaartje zien. Zorgvuldig bergt hij de kaart daarna op in zijn tas, om mee naar huis te nemen. Stralend verlaat hij mijn lokaal.
Inge Huijser-Engbers is docent biologie en verzorging en mentor op GSR Rotterdam. Ze schreef al eerder een gastcolumn voor Leraar24.