5 tips voor het omgaan met leerlingen met autisme
praktijk
po vo

5 tips voor het omgaan met leerlingen met autisme

Door passend onderwijs volgen steeds meer leerlingen met een autismespectrumstoornis regulier onderwijs. Hoe ga je als leraar om met deze leerlingen, die vaak toch net een andere aanpak nodig hebben dan de rest van de klas? Gedragsdeskundige Monique Schoenmakers van het Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant geeft vijf tips.

De leerlingen op de foto komen niet voor in het artikel. © Nieke Martens

Steeds meer scholen vragen het Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant om hulp bij het omgaan met leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS). Meestal gaat het om complexe vragen, zoals wanneer leerlingen vastlopen. De coronapandemie is van invloed op die groeiende vraag naar hulp. Gedragsdeskundige Monique Schoenmakers van het Autisme Steunpunt: “Kinderen die net zijn begonnen op het voortgezet onderwijs hebben bijvoorbeeld door corona een slechte start gehad. Ze zijn door de versoepelingen vanwege het thuisonderwijs toch doorverwezen naar de tweede klas en lopen daar vast.” 

Kleine aanpassingen

Om leerlingen met ASS goed te ondersteunen is maatwerk nodig, maar onderstaande tips van Monique Schoenmakers kunnen je alvast helpen. Ze snapt dat leraren het soms moeilijk vinden om uitzonderingen te maken, omdat ze ook met de andere leerlingen rekening willen houden. “Maar juist met kleine aanpassingen kun je veel bereiken.”

Tip 1: durf een uitzondering te maken

Spelletjes doen in de gymles, het hebben van een flexibele leerplek, buiten spelen in de pauze en meedoen met de carnavalsviering of een maatschappelijke stage: is het echt nodig dat een leerling met ASS net zo wordt behandeld als de rest van de klas? Bespreek met de betreffende leerling of wat van hem gevraagd wordt ook gaat lukken. Soms is het fijner voor een leerling om binnen te blijven in de pauze of om een vaste plek in de klas te hebben. Schoenmakers: “Maak tijd en ruimte om aan de leerling te vragen wat hij nodig heeft. Goede vragen stellen en doorvragen is daarbij essentieel.”

Tip 2: schakel preventief hulp in

Probeer te bedenken waarbij je hulp zou kunnen gebruiken als het gaat om de ondersteuning van leerlingen met ASS. Vaak willen leraren alles zelf oplossen, maar er is veel professionele hulp en begeleiding beschikbaar. Maak daar gebruik van en bedenk dat je die hulp op elk moment kunt inschakelen. Wacht dus niet tot zich problemen voordoen. Bespreek met de intern begeleider, de zorgcoördinator of andere teamleden wat mogelijk is.  

Tip 3: gebruik de ouders als tolk 

De ouders van leerlingen met ASS kennen hun kind natuurlijk goed en kunnen daardoor soms als tolk dienen. Ze kennen de context van de klas misschien niet, maar weten vaak wel wat de leerling goed en minder goed aankan. Wordt een leerling een keer erg boos in de klas? Vraag dan aan de ouders waarom ze denken dat dat gebeurde. Misschien heeft de leerling er thuis meer over verteld. Regelmatig bij de ouders polsen hoe het gaat, kan problemen wellicht voorkomen.  

Tip 4: maak de kern duidelijk

Leerlingen met ASS kunnen verdwalen in een uitleg. Zeker als je wat langer aan het woord bent, hebben zij een heldere instructie nodig. Dat hoeft niet altijd een pictogram of beeld te zijn. Een of twee zinnen op het bord schrijven met de instructie, kan al helpen. Schoenmakers: “Sommige leerlingen met ASS begrijpen de methode-opbouw niet goed. Leg de structuur aan ze uit. Wat betekenen de icoontjes in de boeken? Vertel dat er bijvoorbeeld eerst een instructie komt, dan een oefening, gevolgd door een herhaling. En zeker bij wisselende activiteiten met verschillende materialen en werkvormen raken leerlingen met ASS in de war. Help ze door steeds te benoemen hoe jullie werken.”

Ook het letterlijk bespreken van hoofd- en bijzaken is aan te raden. Leerlingen met ASS kunnen zich gemakkelijk verliezen in de details. Bij vakken als geschiedenis en biologie krijgen leerlingen veel informatie voorgeschoteld, maar wat is echt belangrijk voor de toets? Schoenmakers denkt dat je deze leerlingen soms beter een samenvatting kunt aanreiken. “Als ze het zelf moeten samenvatten, schrijven ze het halve boek over, omdat alles belangrijk lijkt.” 

Tip 5: maak de dag voorspelbaar

Sportdag, Koningsdag, een uitstapje of fietsexamen: bijzondere momenten kunnen leerlingen met ASS zorgen geven. Op de dag zelf heb je vaak geen tijd, dus het is verstandig dit met ze voor te bespreken en ze zo gerust te stellen. Schoenmakers: “Sommigen willen bijvoorbeeld graag weten wat er te eten is op die dag, of hoe het vervoer is geregeld. Ze houden meestal niet van verrassingen. En vaak weten de leerlingen zelf welke informatie ze belangrijk vinden om vooraf te weten.” 

Meer weten? 

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.