‘Minder stilzitten levert plezier én tijd op’
interview
po vo mbo so

‘Minder stilzitten levert plezier én tijd op’

Gymleraar en oprichter van De Beweegpot Timo Vogels wil op een eenvoudige manier meer beweegmomenten in de dag krijgen. “Met een beweegmoment bedoel ik: niet stilzitten. Energizers leveren tijd op. Als je twee keer twintig minuten rekent met tussendoor tien minuten energizers, is die rekentijd veel efficiënter.”

Timo Vogels aan tafel met beweegpotten
© Privébeeld

In deze rubriek vragen we onderwijsmensen die je kent uit het publieke debat of die zich laten horen op sociale media naar hun persoonlijke missie én missers.

Naam: Timo Vogels
Bekend als: De man achter de Beweegpot, vier verschillende potten waarin kaartjes met korte beweegspellen zitten die je zonder materiaal kunt spelen. En als gymleraar op Linus, een school voor voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs.

Mijn persoonlijke onderwijsmissie:

“Minder stilzitten in de klas. Want bewegen is gezonder, levert plezier op en maakt dat kinderen efficiënter leren. Het is zorgwekkend om te zien dat kinderen, onder andere door schermgebruik, nog meer stilzitten dan vroeger. Iedereen weet dat het anders moet en er is wel aandacht voor bewegend leren, maar daarvoor moet je motorisch wel vaardig zijn. Dat leer je door te spelen. Ik wil daarom op een eenvoudige manier meer beweegmomenten in de dag krijgen. En met een beweegmoment bedoel ik: niet stilzitten. Dat kan met de Beweegpotten die ik ontwikkeld heb. Trek daar een kaartje uit en begin met spelen. Maar je kunt het ook heel makkelijk zelf bedenken. Denk aan opdrachten als: zoek iets wat rood is.”

Zo sta ik bekend:

“Als iemand die altijd een spelletje wil spelen. Ik ben nogal energiek, dus toen ik tijdens de eerste corona-uitbraak tien dagen in quarantaine moest, was ik erg blij met de vraag van een collega: of ik wat spelletjes wist die leerlingen tijdens het online onderwijs konden doen. In een middag zette ik dertig spellen op papier. Dat groeide uit tot de Beweegpot, waar nu vier varianten van zijn. Daarmee wil ik leraren vooral inspireren en het ze makkelijk maken. Want iedere leraar heeft wel ergens een boekje of map met beweegspelletjes. Toch zetten ze de stap om echt te gaan bewegen vaak niet. Als je vijf minuten over hebt, maakt de pot het makkelijk om even een kaartje te trekken en te bewegen.”

Een grote misvatting in het onderwijs:

“Dat extra activiteiten tijd kosten. Want energizers leveren juist tijd op. Als je twee keer twintig minuten rekent met tussendoor tien minuten energizers, is die rekentijd veel efficiënter dan een uur rekenen zonder beweging tussendoor. De concentratieboog van een kind is ongeveer de leeftijd plus vier minuten. In groep 3 is dat dus 10 minuten. Juist door korte spanningsbogen te creëren, maak je de leertijd efficiënt. Tijdens een dag zijn er al een aantal korte beweegmomenten: een leerling gaat even naar de wc, of pakt iets op de gang. Voeg daar twee of drie energizers aan toe en je kunt een enorm verschil maken in de kwaliteit van kennisoverdracht.”

Als ik één ding mocht veranderen in het onderwijs:

“Dan zou het zijn dat gym voortaan alleen door vakdocenten gegeven wordt. Dat is idealistisch, want er zijn niet genoeg gymdocenten, maar de kwaliteit van bewegen gaat achteruit. Dat is op te lossen door mbo-studenten eerder lesbevoegd te maken. Als je hen om de week gym laat geven, desnoods met de groepsdocent erbij, dan win je al heel veel aan beweegkwaliteit.” 

Dit blijft een uitdaging in mijn werk: 

“Ervoor zorgen dat iedere leerling na elke les denkt: ik heb lekker bewogen. Leerlingen spelen over het algemeen niet veel buiten en sporten ook steeds minder. Dat maakt dat ze niet heel goed zijn in bewegen. Om het voor hen toch leuk te maken, pas ik het doel van de les aan. Ik leer ze geen salto, ik leer ze rollen. Ook werk ik vaak met het speeltuinprincipe, waarbij ze elk van de tien onderdelen minimaal drie keer moeten doen. Daarna kunnen ze kiezen wat ze nog een keer willen doen of waarmee ze willen oefenen. Zo kan ik ze meer variatie aanbieden en is de kans op een succesbeleving groter. En door bij een gooispel verschillende afstanden uit te zetten, stimuleer ik ze om zichzelf uit te dagen. Vind je het moeilijk? Dan ga je dichterbij staan. Denk je dat het je wel lukt? Dan neem je wat meer afstand.”

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.