Hoe signaleer je (criminele) problemen bij leerlingen?
praktijk
Zorgen om leerlingen po vo mbo so

Hoe signaleer je (criminele) problemen bij leerlingen?

Leerlingen die veel spijbelen, stress hebben of met dure spullen rondlopen. Herken je dat? Het kan een teken zijn dat die leerling zich in de criminaliteit begeeft. Wat kun je hier als leraar aan doen en wat is belangrijk om te weten?  

© Loes van der Meer

Bij Bregje van Goethem, expert sociale veiligheid en ondermijning bij Curio, gaat een alarmbel af als ze een leerling vol trots nieuwe sneakers van Balenciaga ziet dragen. “Die schoenen kosten minimaal 650 euro. Hoe komt een leerling aan zoveel geld?” Van Goethem weet inmiddels dat leerlingen snel en makkelijk geld kunnen verdienen, bijvoorbeeld door even hun bankpas uit te lenen. Dat ze daarmee steeds dieper in de problemen komen, hebben ze op dat moment vaak nog niet door. 

Bij deze zogenoemde geldezeltruc maken criminelen bijvoorbeeld 2.500 euro over op de bankrekening van een leerling, om daarna 2.300 euro door te sluizen. De jongere krijgt 200 euro en de crimineel heeft het bedrag witgewassen. Maar na een aantal van dit soort transacties blokkeert de bank de rekening van de jongere. Dat heeft grote gevolgen, omdat deze vorm van fraude levenslang wordt geregistreerd. Met een beetje pech zegt de crimineel ook nog dat hij net 6.000 euro heeft overgemaakt, en dat de jongere nu een schuld bij hem heeft. Die kan alleen worden vereffend door voor hem wat klusjes te doen.

Ook worden leerlingen regelmatig geronseld om even een pakketje weg te brengen. Tijdens dat ritje worden ze beroofd. Dit is een vooropgezet plan van de criminelen, maar de jongeren hebben dat vaak niet door. Daarna moeten ze de waarde van het pakketje terugbetalen. Op deze manieren raken leerlingen steeds verder verstrikt in het web van de criminelen. 

Slachtoffer in plaats van dader

Jongeren die dit meemaken, vragen niet snel om hulp. Van Goethem: “Ze zien zichzelf als dader en weten dat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt.” Haar collega Frank Planten, zorgspecialist Expertisecentrum Extra Ondersteuning op het Koning Willem I College, vult aan: “Wij zien deze jongeren niet als daders, maar als slachtoffers. Ze worden gemanipuleerd, bedreigd en gechanteerd, en ze zijn bang. Ze zitten klem in een crimineel netwerk waar ze zonder hulp nooit meer uitkomen.” 

Kinderen bewust jong ingezet

Eén op de acht jongeren wordt benaderd door mensen uit het criminele circuit. Het gebeurt niet alleen op het mbo, ook in het voortgezet onderwijs en zelfs op basisscholen worden leerlingen geronseld. Planten: “Bij scholen in achterstandswijken zien we jongens van tien tot twaalf jaar al op de uitkijk staan bij criminele activiteiten. Ze worden bewust zo jong ingezet, want onder de twaalf jaar worden kinderen nog niet strafrechtelijk vervolgd.” 

Exacte cijfers zijn (nog) niet bekend, maar de problemen rond ondermijning en uitbuiting voor criminele activiteiten onder jongeren groeien en worden steeds ernstiger. Het ronselen van leerlingen gebeurt op schoolpleinen, maar ook online. En het is niet alleen een probleem in grote steden. 

Zorgen bespreken (ook als je twijfelt!) 

Van Goethem merkt dat leraren het lastig vinden om dit onderwerp bespreekbaar te maken. Ze zijn bang dat ze het mis hebben en iemand onterecht beschuldigen. “Leraren gaan bijvoorbeeld extra surveilleren omdat ze een leerling op heterdaad willen betrappen. Dat is niet nodig. Zelfs als je twijfelt, kun je je zorgen met je collega’s bespreken.” 

Hulpverleners merken dat scholen nog te vaak achteraf zeggen dat ze dit al zagen aankomen. Volgens Van Goethem en Planten moeten jongerenwerkers in de wijk, Halt, de politie en het onderwijs daarom eerder en vaker met elkaar in gesprek gaan. Van Goethem: “Bespreek hoe je elkaar kunt bereiken en hoe je elkaar op de hoogte houdt als er calamiteiten zijn.” Planten: “Het zou mooi zijn als een onderwijsinstelling in de toekomst een aandachtsfunctionaris Ondermijning in huis zou hebben als onderdeel van de zorgstructuur. Dan blijft het onderwerp op de agenda en wordt het geborgd in de integrale veiligheidsstructuur van scholen.”

Signalen die wijzen op problemen

Als leraar breng je veel tijd door met leerlingen en zie je best veel. Een school die alert is op signalen, kan eerder hulp inschakelen voor een leerling die in de problemen zit. Enkele signalen waarop je kunt letten: 

  • Vermindering van schoolprestaties
  • Wangedrag of een plotselinge verandering van het gedrag
  • Veel cash geld, nieuwe dure kleding of spullen meenemen naar school
  • Weinig ambitie
  • Lage motivatie
  • Veel spijbelen en te laat komen 
  • Oververmoeidheid/bijbaantjes tot midden in de nacht
  • In het bezit zijn van meerdere telefoons
  • Altijd met smoesjes komen (liegen en bedriegen)
  • Veranderende vriendengroep
  • Verwondingen
  • Veel kennis van de criminele wereld
  • Zorgelijke thuissituatie 
  • Beïnvloedbaar 

Spel met docententraining om de signalen te herkennen

Bregje van Goethem en Frank Planten ontwikkelden het interactieve spel ‘Onder mijn ogen’, met een bijbehorende training voor onderwijspersoneel om signalen op het gebied van criminele uitbuiting van jongeren te (h)erkennen. Het is de bedoeling dat het spel in de toekomst landelijk wordt ingezet.

Bij het CCV is meer te lezen over ‘Onder mijn ogen’

Meer weten? 

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.