Zo geef je een NT2-leerling een vliegende start
po vo

Zo geef je een NT2-leerling een vliegende start

Na een à twee jaar in een nieuwkomersklas of taalklas stromen nieuwkomers door naar het reguliere onderwijs. Hoe zorg je voor een zachte landing in de klas en hoe vergroot je hun kansen op succes? Renske Boertien, coördinator bij het Taalexpertisecentrum in Almere, geeft praktische tips die je direct kunt toepassen.

© Nieke Martens

Waar zet je een nieuwe NT2-leerling in de klas, hoe leert hij of zij de schooltaal snel, en hoe bouw je een band op met de ouders? De volgende tips geven je houvast. 

Strategische plek

Een nieuwe NT2-leerling in de klas? Houd daar rekening mee bij je klassenindeling, adviseert Renske Boertien. “Zet de leerling in de buurt van je bureau, zodat je makkelijk kunt volgen hoe het gaat. Snapt de leerling waar de les over gaat en op welke pagina jullie zitten? Zo nodig kun je subtiel bijsturen, zonder dat alle ogen op deze leerling gericht zijn.” 

Doe het samen

Bereid de klas voor op de komst van de NT2-leerling en bespreek hoe je kunt zorgen voor een warm welkom. Oefen bijvoorbeeld met de klas het woord ‘welkom’ in de thuistaal van de leerling.
Wat is in het begin misschien lastig voor deze leerling? En hoe kun je de leerling samen op weg helpen? Maak het speciaal om naast de nieuwe klasgenoot te zitten. Boertien: “Koppel de leerling aan een taalsterke buddy die kan helpen bij vragen, bijvoorbeeld over onbekende woorden of over hoe iets werkt op school. Laat ze samen ook leuke taalstimulerende opdrachten en spellen doen.”    

Stel de leerling gerust

Een NT2-leerling die in de nieuwkomersklas of taalklas uiteindelijk als een van de beste Nederlands sprak, kan het taalgebruik van klasgenoten in het reguliere onderwijs waarschijnlijk lastiger bijbenen. Dat kan overweldigend zijn, sommige leerlingen klappen zelfs dicht, zegt Boertien. “Daarom is het belangrijk om geduld te hebben, gerust te stellen en uit te leggen dat het logisch is dat ze de taal nog niet zo vloeiend spreken als hun klasgenoten. Dat kost tijd.” 

Spelen met schooltaalwoorden

Vooral de overstap van dagelijkse taal (DAT) naar abstracte schooltaal (CAT) is groot voor veel NT2-leerlingen. Dagelijkse taal is de informele taal die kinderen thuis of op het schoolplein gebruiken. Schooltaal is formeler en nodig om lessen te volgen en teksten goed te begrijpen. Gemiddeld duurt het vijf tot zeven jaar voordat NT2-leerlingen hetzelfde schooltaalniveau bereiken als hun klasgenoten (pdf). 

Boertien adviseert om schooltaalwoorden structureel en spelenderwijs aan te bieden. Kies bijvoorbeeld uit het woordenschataanbod wekelijks één schooltaalwoord dat je extra benadrukt, zoals het woord ‘nauwelijks’. Leg klassikaal uit wat het betekent en in welke context je het gebruikt. Schrijf het in een hoek van het bord en zet een streepje zodra jij of een leerling het woord gebruikt. Hoeveel streepjes tellen jullie aan het eind van de week? Boertien: “Door er een spel van te maken, moedig je leerlingen aan het woord actief te gebruiken en leren ze van elkaar op welke manieren ze het kunnen inzetten.” 

Boertien raadt ook aan een woordenschatdoos neer te zetten. “Leerlingen kunnen daar anoniem woorden in stoppen die ze in de klas of op het schoolplein hebben opgepikt, maar waarvan ze de betekenis niet kennen. Je kunt de woorden op een zelfgekozen moment bespreken. Vaak blijkt dat de hele klas daar iets aan heeft.” 

Praatje plaatje en thuistaal

Visuele ondersteuning en het inzetten van de thuistaal helpen meertalige leerlingen om de les beter te begrijpen én het Nederlands sneller op te pikken. Dat kan zelfs het verschil maken tussen wel of niet kunnen meedoen aan de les, zegt Boertien. “Denk elke les na over het versterken van je uitleg met de inzet van beeld of ander concreet materiaal. Maak bijvoorbeeld een visuele woordmuur per thema.”

In de les extra denktijd geven na een vraag, kan ook helpen. “Wacht bijvoorbeeld vijf tellen na het stellen van een vraag en stimuleer leerlingen om rustig na te denken over hun antwoord. Benoem hierbij expliciet dat ze ook in hun thuistaal mogen nadenken; zo kan kun kennis over het onderwerp via de thuistaal worden geactiveerd.”

Geef de leerling extra houvast

Ga je met een thema of onderwerp aan de slag? Geef NT2-leerlingen dan extra houvast door het thema op tijd aan te kondigen en ze vooraf een lijst met kernbegrippen mee te geven. Ze kunnen de betekenis van woorden dan in hun thuistaal opzoeken of er thuis over praten. Dit kun je zelfs al doen tijdens het intakegesprek met een nieuwe leerling, door het thema dat op dat moment in de klas behandeld wordt te benoemen. Zo kunnen ouders in de thuistaal alvast met hun kind over het thema praten voordat het voor het eerst in de klas komt.

Boertien: “Ook het vooraf onderstrepen van belangrijke woorden in een tekst kan leerlingen helpen. Zo weten ze wat de sleutelwoorden zijn, waardoor ze de tekst beter kunnen begrijpen. Een andere tip is het toestaan van spiekbriefjes met begrippen. Uiteindelijk wil je dat ze die begrippen snappen en onthouden.”

Relatie met ouders

Hoe ouders naar onderwijs kijken, verschilt per land en cultuur. Volgens Boertien is het de moeite waard om daar in een (extra) oudergesprek vanuit een open houding aandacht aan te besteden. Hoe is het onderwijs geregeld in hun geboorteland? Wat verwachten ouders van het Nederlandse onderwijs en van jou als leraar? 

“Zo voorkom je misverstanden”, zegt Boertien. “Ouders die niet naar een ouderavond komen, kunnen overkomen als onverschillig, terwijl het in hun cultuur mogelijk juist betekent dat ze vertrouwen in de leraar hebben.” 

Als er geen gezamenlijke taal is waarin je met ouders kunt communiceren, voer je zulke gesprekken het beste met hulp van een tolk, benadrukt ze. Dat vraagt soms om een investering, maar het levert waardevolle inzichten op en versterkt de relatie met ouders.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.