Wat hebben leerlingen met ADHD nodig?
praktijk
po vo so

Wat hebben leerlingen met ADHD nodig?

Moeite met concentreren, beweegdrang en snel overprikkeld raken. Hoe kun je voorzien in de onderwijsbehoeften van leerlingen met ADHD? Yvonne Hilberink, gedragsspecialist voor het onderwijs, vindt het belangrijk om te kijken naar de unieke kwaliteiten van deze leerlingen. “Complimenteer ze met hun inzet, met de vragen die ze stellen, met hun creativiteit en doorzettingsvermogen. Zo groeit hun zelfvertrouwen.”

© Rijksoverheid – SVD

De laatste tijd is er meer oog voor de positieve kanten van neurodiversiteit. Yvonne Hilberink, adviseur autisme en onderwijs en gedragsspecialist voor het Autisme steunpunt en Externe dienstverlening merkt dat ADHD eerder werd gezien als een tekort of defect, maar dat dit nu verschuift. “We kijken nu minder naar wat er misgaat of naar de dingen die deze leerlingen niet kunnen, en meer naar hun unieke talenten. Wat hebben deze leerlingen nodig en hoe zorgen we ervoor dat ze zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen?” 

Leerlingen met ADHD hebben onder andere te maken met aandachts- en concentratieproblemen, waardoor ze minder makkelijk kunnen plannen en organiseren. De diagnose ADD wordt officieel niet meer gesteld, dat valt nu ook onder ADHD. Niet alle leerlingen met ADHD hebben ook de hyperactieve component. Daardoor worden leerlingen met het voornamelijk onoplettende type vaker over het hoofd gezien: zij zijn soms minder zichtbaar in de klas dan het voornamelijk hyperactieve type, wat een valkuil kan zijn voor leraren. 

Kijken naar mogelijkheden

Yvonne Hilberink krijgt vanuit scholen wisselende hulpvragen voor leerlingen met ADHD. “Ik heb de luxe dat ik maar op een leerling tegelijk hoef te letten. Tijdens mijn observaties kijk ik vooral wat er wél goed gaat. Als een leerling tijdens een instructie afhaakt en ondersteboven in zijn stoel hangt, zie ik bijvoorbeeld dat die wel als eerste van de klas klaar zat om te luisteren. Met dat haakje zoek ik naar manieren waarop hij het langer kan volhouden. Mag de leerling bijvoorbeeld gaan staan als die onrustig wordt tijdens de uitleg, of kan die voorafgaand aan het instructiemoment nog even bewegen?”

Trampoline in het lokaal

Je onderwijs aanpassen en uitzonderingen maken voor leerlingen met ADHD, vraagt om out of the box denken. Dat is niet voor elke leraar makkelijk, maar Hilberink ziet dat het veel rust kan opleveren in de klas. Zij noemt het voorbeeld van een leerling uit groep 8 met ADHD die van zijn leraar af en toe tien minuten naar buiten mag om met een basketbal te gooien. Of het voorbeeld van een school die een kleine trampoline buiten het lokaal heeft neergezet voor leerlingen die hun energie kwijt moeten. “Of je nu ADHD hebt of niet: iederéén heeft onderwijs op maat nodig. Sommige leerlingen krijgen extra ondersteuning voor spelling of rekenen en leerlingen met ADHD hebben soms een uitlaatklep nodig om zich daarna weer te kunnen concentreren.”

Tips om leerlingen met ADHD nog beter te ondersteunen

Tip 1: Prijs hun talent

Welke positieve kanten van leerlingen met ADHD kun je benadrukken? Probeer te kijken naar hun unieke kwaliteiten. Hilberink ziet dat leerlingen met ADHD vaak heel gedreven zijn. “Ze hebben originele ideeën voor bijvoorbeeld een werkstuk en ze zijn spontaan. Probeer hier gebruik van te maken bij het werken in groepjes. Complimenteer ze met hun inzet, met de vragen die ze stellen, met hun creativiteit en doorzettingsvermogen. Zo groeit hun zelfvertrouwen.”

Tip 2: Wees voorspelbaar

Zorg voor een voorspelbare dagplanning. Dit kan een geschreven dagprogramma zijn of een visuele planning met plaatjes of pictogrammen, afhankelijk van het niveau van de leerlingen. Hilberink: “Verandert er iets in de dagplanning of komt er een stagiaire of een invaller in de klas? Geef dit op tijd aan. Kondig ook wisselmomenten op tijd aan. Laat een timer meelopen, en geef leerlingen een seintje om ze eraan te herinneren hoeveel tijd ze nog hebben.”

Tip 3: Benoem verwachtingen

Een activiteit of uitje buiten de klas klinkt leuk, maar voor leerlingen met ADHD kan zoiets ook onrust opleveren. Yvonne Hilberink raadt aan vooral duidelijk te zijn in wat er van leerlingen wordt verwacht en op welke momenten. “Vertel wat er gaat gebeuren en wanneer. Benoem naast wie leerlingen zitten in de bus en hoelang alles duurt. Dit kan onrust en verwarring voorkomen.”

Tip 4: Organiseer een prikkelarme pauze

De pauze is bij uitstek het moment waarop leerlingen met ADHD te maken krijgen met veel prikkels. Hebben de leerlingen hier last van? Spreek dan met ze af dat ze voor of na de grote groep naar buiten lopen. Het is ook goed om te ontdekken en te bespreken waar deze leerlingen weer van opladen. Mogen ze misschien naar binnen om te tekenen als het buiten te druk is? Hilberink ziet dat sommige leerlingen veel baat hebben bij het luisteren naar muziek met een koptelefoon. Ze raadt aan om ook de ouders te betrekken bij het zoeken naar de beste oplossingen. Zij weten als geen ander waar hun kind goed op reageert. 

Tip 5: Geef ze de ruimte om zich te herpakken

In de klas is een prikkelarme werkplek soms lastig te organiseren. Voor leerlingen met ADHD   kan het helpen om op de gang te werken. Of misschien mogen deze leerlingen af en toe tot rust komen in een apart kamertje, bijvoorbeeld bij de intern begeleider? Als leerlingen zich terug kunnen trekken om tot rust te komen, geeft dat ze de mogelijkheid om later weer aan te sluiten bij de rest van de klas.

Extra aandacht voor de feestdagen

De decembermaand met Sinterklaas en Kerstmis brengt voor leerlingen met ADHD uitdagingen met zich mee. Het is onrustig in de klas en er is een afwijkend lesrooster. Dat betekent onzekerheid voor leerlingen die juist behoefte hebben aan duidelijkheid.

Enkele tips om ervoor te zorgen dat ook leerlingen met ADHD tijdens de feestdagen een leuke tijd hebben:

  • Wees duidelijk over wat er gaat gebeuren. Maak een visuele dagplanning en wees expliciet in alles. Hoelang duurt de viering? Wat gaan we doen? Zeg bijvoorbeeld: ‘We hebben vandaag geen rekenles, maar zetten de tafels vast klaar voor het kerstdiner vanavond.’ Benoem en visualiseer, zodat leerlingen op hun dagplanning kunnen terugvallen.
  • Geef in de planning aan wanneer je wel en niet aandacht besteedt aan Sinterklaas.
  • Bespreek wat de leerlingen kunnen doen als het ze te veel wordt. Geef ze handvatten. Moeten ze in de klas blijven en meedoen, of mogen ze zich ook even terugtrekken op een rustige plek met bijvoorbeeld een koptelefoon? Waar kan dit, hoelang mag dat duren en wat mogen ze doen?
  • Probeer tijdens deze drukke maand momenten van rust en ontspanning op te nemen in het dagprogramma.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.