Zelf digitaal leermateriaal ontwikkelen
Veel leraren maken zelf leermateriaal, soms in aanvulling op methodes, soms als eigenstandig onderdeel van een les. Vaak doen zij dat digitaal: als filmpjes of een interactieve opdrachten. Maar wanneer is digitaal materiaal met beeld en geluid effectief? Hoe houd je rekening met auteursrecht? En welke tools zijn er om digitaal leermateriaal mee te maken?
Criteria om digitaal leermateriaal met multimedia te ontwikkelen
Veel digitaal leermateriaal bevat filmpjes of geluidsfragmenten. Als je zelf digitaal leermateriaal gaat ontwikkelen, is het handig om te weten hoe je dit goed inzet. Uit onderzoek naar leren met beeld en geluid blijkt dat het gebruik kan leiden tot beter leren, maar dan moet het wel op een goede manier worden toegepast.
Een onderzoek naar effectief leren met multimedia laat zien dat het bij het ontwikkelen van digitaal leermateriaal belangrijk is om rekening te houden met de manier waarop het geheugen werkt. Dat kan door:
De aandacht van de leerling te richten
Bijvoorbeeld door duidelijk te laten zien wat de belangrijkste onderdelen zijn. Of door het opsplitsen van bewegende beelden in aparte delen die een leerling terug kan kijken.
De inhoud minder complex te maken
Zet wat bij elkaar hoort in een video ook duidelijk bij elkaar, zoals een animatie met ondertiteling. Als twee bij elkaar behorende bronnen ver uit elkaar staan kan de leerling de beelden namelijk gaan negeren en alleen op de tekst letten
Irrelevante informatie weg te laten
Gebruik geen overbodige informatie of details, zoals achtergrondmuziek of informatie die dubbelop is.
Welke plaatjes in leermateriaal helpen leerlingen het beste?
Er zijn volgens het hierboven genoemde onderzoek vier soorten plaatjes die je goed kunt inzetten bij digitaal leermateriaal:
- Plaatjes die een ezelsbruggetje zijn.
- Interpretatieplaatjes die laten zien hoe iets in elkaar zit, bijvoorbeeld een dwarsdoorsnede van een machine.
- Organisatieplaatjes: bijvoorbeeld de Nederlandse bodemsoorten in kleuren.
- Representatieplaatjes: bijvoorbeeld de weergave van een situatie in een verhaal.
De eerste twee soorten plaatjes hebben volgens onderzoek het grootste effect. Plaatjes voor de sier kun je beter niet gebruiken in je leermateriaal. Deze hebben een negatief effect op het leren, omdat ze te veel afleiden. Soms kan een organisatieplaatje ook een afleidend plaatje worden. Dat gebeurt als de leerling al weet wat er op het plaatje staat. Het plaatje leidt dan meer af dan dat het de leerling helpt bij het leren.
Wikiwijs Maken: zelf digitaal leermateriaal ontwikkelen, combineren en delen
Met Wikiwijs Maken kun je kosteloos een hele les of lessenreeks opbouwen en teksten, filmpjes, links, opdrachten of foto’s toevoegen. Op Wikiwijs kun je ook lesmateriaal van andere leraren bewerken, samenvoegen en actualiseren of je eigen lessen met andere leraren delen. In de handleiding van Wikiwijs Maken staan alle stappen om leermateriaal te maken en te delen met collega’s. n
Voorbeelden van lessen op Wikiwijs
- po – Arrangement Biologie
- vo – Spieren voor Spieren Cityrun
- mbo – Verzamelarrangement Burgerschap
- ho – (Digitaal) toetsen – toetsontwerp
Hoe zit het met auteursrecht?
Mag je zomaar digitaal leermateriaal van een collega gebruiken en aanpassen? Het auteursrecht bepaalt dat iedereen die iets maakt zelf beslist over wat anderen daar wel en niet mee mogen doen. Dat kan bijvoorbeeld met Creative Commons. Met een Creative Commons-licentie maak je in één keer duidelijk onder welke voorwaarden anderen jouw werk mogen gebruiken, zonder dat er telkens toestemming nodig is. Je behoudt zelf altijd al je rechten. Auteursrechten zijn ook aan de orde als je afbeeldingen of ander materiaal van het internet haalt en in je arrangement of digitaal leermateriaal verwerkt. Deze brochure over auteursrecht van Kennisnet, de VO-raad en de PO-Raad helpt je daarmee verder.
Meer weten?
- Met LessonUp en Educaplay maak je interactieve lessen.
- Bij Reisgids digitaal leermateriaal vind je tools voor het ontwikkelen van digitaal leermateriaal.