Breinverschillen tussen jongens en meisjes benutten in de klas
Jongens verstoren vaker de les en meisjes leren harder voor een toets. Zijn dat nu vooroordelen of niet? Het voorkeursgedrag van jongens en meisjes verschilt wel degelijk als gevolg van een andere ontwikkeling van het brein. Hoe kun je met die wetenschap je lessen beter afstemmen op wat jongens en meisjes nodig hebben?

In de klas zie je vaak dat jongens sneller handelen, competitiever ingesteld zijn en graag in beweging blijven. Meisjes daarentegen zoeken vaker verbinding, praten meer en vinden het belangrijk om aardig gevonden te worden. Ankie Remijn is expert effectief leren en komt wekelijks op middelbare scholen om mentoren te ondersteunen bij het begeleiden van hun leerlingen. Hoewel ze er altijd van uitgaat dat alle leerlingen verschillend zijn, hoort ze overal dezelfde soort verhalen over jongens en meisjes. “Het voorkeursgedrag van de meeste jongens is echt anders dan het voorkeursgedrag van de meeste meisjes.”
Biologische verschillen
Wat Remijn in de klas ziet, sluit aan bij wat onderzoekers concluderen: de hersenen van jongens en meisjes zijn vanaf de geboorte anders opgebouwd en ontwikkelen zich ook verschillend. Meisjes hebben gemiddeld een voorsprong op het gebied van taal en empathie, terwijl jongens vaker goed zijn in ruimtelijk inzicht en graag fysieke uitdagingen aangaan. Jongens ervaren van nature meer prikkels om te bewegen, meisjes om meer tijd te besteden aan sociale interactie.
Die biologische verschillen zijn subtiel, maar worden in de loop der jaren vaak uitvergroot door de manier waarop de omgeving reageert. Jongens en meisjes worden anders aangesproken en anders gestimuleerd, schrijft hersenexpert Jelle Jolles in Leer je kind kennen. Dat kan nadelen hebben voor de ontwikkeling van sommige leerlingen.
Een voorbeeld: leraren zijn vaak tevreden over het gedrag van meisjes omdat ze goed luisteren en hard werken. Dat lijkt positief, maar dat is het niet. Vanuit hun ontwikkeling hebben meisjes er meer aan om soms risico’s te nemen, eigen wegen te bewandelen en nieuwe ervaringen op te doen.
Wat meiden nodig hebben
Dat meiden vaker sociaal wenselijk gedrag vertonen, ziet Remijn terug in de praktijk. “Als een leraar de lesstof al drie keer heeft uitgelegd, voelen meisjes druk om te zeggen dat ze het begrijpen. Dat is natuurlijk absoluut niet de bedoeling. Daarom adviseer ik leraren na een uitleg een korte oefening te geven waarin leerlingen kunnen laten zien dat ze de stof echt snappen.”
Sociaal onwenselijk gedrag oefenen
Omdat het voor meisjes lastiger is gedrag te laten zien dat sociaal gezien onwenselijk wordt gevonden, is het extra belangrijk die situaties met ze te oefenen. “Geef ze bijvoorbeeld opdrachten waarin ze leren hun standpunt stevig te verwoorden, zoals een debat of een rollenspel. De vaardigheden die ze daarbij opdoen, kunnen ze gebruiken als ze in de toekomst voor zichzelf moeten opkomen, zoals bij een salarisonderhandeling.”
Eerlijke feedback geven
Daarnaast worstelen meisjes vaker met prestatiedruk en perfectionisme en onderschatten ze zichzelf. Soms leren ze uren voor een toets en zijn ze er toch van overtuigd dat ze een onvoldoende halen. “Wat ze daarbij nodig hebben, is eerlijke en goede feedback die een realistisch beeld geeft van hun eigen kunnen”, zegt Remijn. “Dat kan bijvoorbeeld door het leerproces samen te ontleden op basis van vragen als: Hoe heb je je voorbereid op de toets? Heb je een oefentoets gemaakt? Heb je die nagekeken? En wat was je resultaat? Zo help je ze inzicht te krijgen in hun aanpak én in hun resultaten.”
Hoe je jongens verder kunt helpen
“Waar jongens vaak baat bij hebben in de klas, is een duidelijke structuur. Het moet helder zijn wat er van hen verwacht wordt, zowel inhoudelijk als qua gedrag. Dat zorgt ervoor dat ze beter tot leren komen”, zegt Remijn. Ook zijn jongens (maar ook meisjes) vaak gemotiveerder als ze keuzevrijheid krijgen in de manier waarop ze leerstof verwerken. “Denk aan een vlog maken, een interview houden of een maquette bouwen in plaats van het maken van een geschreven opdracht. Door te variëren tussen taalgerichte en visueel-ruimtelijke taken, geef je alle leerlingen de kans om hun sterke kanten te benutten.”
Van ontspanning naar concentratie
Een ander belangrijk aandachtspunt voor jongens is dat ze het nodig hebben veel te bewegen. “Ze moeten hun energie kwijt”, zegt Remijn. “Als daar geen plek voor is, zul je zien dat ze met elkaar gaan stoeien of met een prop papier in de gang gaan voetballen. Dat kun je voorkomen met een voetbalveldje, tafeltennistafels, baskets of een klimmuur: zulke voorzieningen helpen jongens zich te kunnen ontspannen om zich daarna weer te kunnen concentreren.”
Werk aan een realistisch beeld
Waar meiden zichzelf onderschatten, zijn jongens juist geneigd hun eigen kunnen te overschatten. Ze beginnen vaak laat met leren en denken een onvoldoende wel even op te halen. Net als meisjes hebben ook zij een realiteitscheck nodig. Bespreek hoe ze hun leerwerk aanpakken, wat hun werkhouding is en hoe ze plannen. Zo leren ze verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces.
Samenwerken of niet?
Als jongens- en meisjesbreinen van elkaar verschillen, hoe richt je groepsopdrachten dan goed in? Volgens Ankie Remijn is het mixen van jongens en meisjes de beste optie. “Dan kunnen leerlingen van elkaar leren.” Al vereist dit wel goede begeleiding van een leraar. Want in gemengde groepen is er een risico dat jongens meeliften op het werk van de meisjes. “Omdat meisjes vaak de harmonie willen bewaren, is er een kans dat ze daar niets van zeggen en het evenmin opschrijven in het verslag. Blijf daarom in gesprek met de groepjes, zodat je goed zicht hebt op de bijdrage van alle leerlingen.”
Ook adviseert Remijn om de samenwerking, de taakverdeling en het niveau van elke individuele bijdrage op te nemen in de eindbeoordeling. “Deel deze criteria van tevoren met de klas en vertel dat een groepsopdracht dus verschillende individuele cijfers kan opleveren. Zo leren leerlingen werkelijk samenwerken, want juist daar zit de meerwaarde van een groepsopdracht.”
Meer weten?
- Zo zet je samenwerkend leren effectief in.
- Waarom meisjes in het onderwijs vaak beter presteren dan jongens.