Help jongeren die thuiszitten terug naar school
onderzoek
Zorgen om leerlingen po vo mbo so

Help jongeren die thuiszitten terug naar school

Nederland telt meer dan 15.000 kinderen die niet naar school gaan. Hoe kun je deze leerlingen begeleiden bij hun terugkeer? En wat kun je doen om (langdurig) schoolverzuim te voorkomen? Onderzoeker en orthopedagoog Marije Brouwer-Borghuis: “Het vraagt maatwerk om een jongere die thuiszit, weer naar school te krijgen.”

© Marijke Volkers

Het lijkt misschien alsof deze leerlingen niet naar school wíllen, maar zo simpel is het niet, zegt onderzoeker Marije Brouwer-Borghuis. Als orthopedagoog bij De Link Almelo begeleidt Brouwers-Borghuis veel (ouders van) leerlingen die zoveel spanning voor school ervaren dat ze hun bed niet uitkomen, last hebben van paniekaanvallen of fysieke stressklachten ervaren, zoals hoofdpijn, buikpijn en misselijkheid. De oorzaken van die klachten lopen uiteen van gepest worden tot het hebben van angststoornissen. Brouwers-Borghuis onderzocht samen met David Heyne, Jan Vermue en Corine van Helvoirt wat jongeren die zogenoemde ernstige schoolweigering laten zien, kan helpen. Een van de resultaten is een overzicht met 14 praktische wegwijzers.

Vang signalen op

Als leraar kun je volgens Brouwer-Borghuis veel betekenen voor deze groep leerlingen. Soms kun je zelfs voorkomen dat ze thuis komen te zitten. “Probeer vroege signalen op te vangen en op tijd te handelen. Valt het je op dat een leerling vaak afwezig is? Of op specifieke momenten, zoals tijdens een toets? Breng dat dan ter sprake bij de ouders. Houd het gesprek open, zodat ouders de ruimte voelen hun verhaal te vertellen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Het is mij opgevallen dat uw kind vaak afwezig is. Vertel eens?’ Vraag vervolgens hoe je kunt helpen, hoe de school of externe hulpverleners extra ondersteuning kunnen bieden, en hoe jullie kunnen samenwerken om ervoor te zorgen dat de leerling naar school gaat.”

Wie doet wat?

Een geslaagde interventie valt of staat volgens Brouwer-Borghuis met de samenwerking tussen verschillende partijen. “De hulpverlening heeft het onderwijs nodig en andersom. Je moet elkaars wereld begrijpen en samen afstemmen wie wat wanneer doet. Een jongere die na een aantal maanden weer terugkeert naar school, kan zoveel  spanning ervaren dat er gedurende de dag een blokkade ontstaat. Daarom is het goed samen met de hulpverlener en de jongere een plan te hebben. Spreek bijvoorbeeld af dat een vertrouwenspersoon klaarzit om de jongere op te vangen als het niet lukt in de klas, of dat de jongere niet al tijdens die eerste dagen de beurt krijgt. Zo krijgt hij de kans om te wennen.”   

Voor spek en bonen

Een jongere die thuiszit weer naar school krijgen, vraagt om maatwerk, zegt Brouwer-Borghuis. “Het is belangrijk dat iemand de regie pakt en dat je alles continu met elkaar afstemt. Dat is vaak een hele puzzel. Als een leerling veel gemist heeft, kan het bijvoorbeeld lastig zijn om hem eenmaal terug op school weer te motiveren. Alle vakken zijn doorgegaan, waardoor het moeilijk is om weer aan te haken, wat de spanning voor deze leerling verhoogt. Bied een leerling daarom perspectief, zodat hij niet het gevoel heeft voor spek en bonen in de klas te zitten. Neem samen door wat hij gemist heeft, welke toetsen hij kan laten zitten of welke vakken hij dit jaar minimaal haalt.”

Contact houden

Omdat het arbeidsintensief is signalen op tijd op te vangen en jongeren te begeleiden bij hun terugkeer, adviseert Brouwer-Borghuis scholen een schoolaanwezigheidsteam te formeren. “Dit team kan monitoren welke leerlingen vaak verzuimen en een vinger aan de pols houden. Ook door contact te houden op het moment dat een leerling thuiszit. In mijn werk voor De Link heb ik ouders regelmatig horen zeggen: ‘We hoorden niks meer van school.’ Terwijl een kaartje sturen met ‘We missen je’, al zoveel kan betekenen.”

Thuiszitters in cijfers

Een van de doelen van passend onderwijs was om het aantal (langer) thuiszittende leerlingen te verlagen. Vooralsnog is dat niet gelukt. Balans digitaal deed in schooljaar 2018/2019 onderzoek naar het aantal thuiszitters in Nederland en telde er meer dan 15.000: 

  • Zo’n 4.000 thuiszitters zitten langer dan drie maanden thuis. 
  • 1.205 leerlingen zitten langer dan één maand, maar korter dan drie maanden thuis.
  • 2.880 leerlingen staan minder dan drie maanden niet op een school ingeschreven.
  • 6.022 kinderen hebben een vrijstelling van leerplicht vanwege lichamelijke of psychische problemen.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.