Het lokaal van… meester Hans
Hans Arkenbout, meester in groep 6,7 en 8 van de Tweede Montessorischool Het Winterkoninkje in Amsterdam, verzamelt vissen. In de klas zwemmen levende exemplaren in een aquarium of ze staan opgezet in de vensterbanken. De spullen nodigen leerlingen uit om er meer over op te zoeken of te lezen.
“Meestgehoorde uitspraak als iemand mijn klas binnenkomt: ‘Het is net een museum.’ En dat is ook zo, want ik werk al ruim 42 jaar in dit lokaal. De muur achter mij vind ik heel mooi. Er staan veel boeken over aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Natuurlijk leren kinderen ook veel van taal en rekenen, maar dit zijn onderwerpen die mij boeien en de leerlingen verslinden die boeken.”
“Toen ik hier net kwam werken, werd ik meester Guppie genoemd, maar dat werd al snel meester Vis. Thuis heb ik 20 tot 25 bakken vol vissen, en hier op school staan er een paar in mijn lokaal, plus twee grote bakken in de gangen van beide schoolgebouwen. Deze haai op sterk water kreeg ik ooit van een leerling. Ik krijg heel vaak spullen van leerlingen met vissen, want ze weten dat ik het zo leuk vind. Bijna alles in de klas heb ik gekregen.”
“De linkervis is al heel oud, 12 of 13 jaar. Hij ziet er slecht uit, want hij zat de eerste vier jaar van zijn leven in een kleine kom. Ik leg mijn klas veel uit over vissen. Eigenlijk hou ik de hele dag door spreekbeurten. Het is soms zo erg dat achtstegroepers vragen of ik even stil kan zijn, omdat ze willen werken. Dat snap ik wel. Ik klets veel en gooi bergen informatie over ze heen. We bespreken ook elke dag de onderwerpen uit het Jeugdjournaal. Daardoor is er soms te weinig tijd om te werken. Aan de andere kant: ik vertel ze dingen waardoor ze in het voortgezet onderwijs gemakkelijker verbindingen kunnen leggen. Een oud-leerling vertelde me dat ze les kreeg over moleculen, maar ze wist alles allang.”
“Sommige nieuwe leerlingen kijken hun ogen uit als ze in groep 6 komen. Dat is mooi, want dan heb ik weer iets om over te kletsen. Ik heb ze nu een taalwerkje gegeven waarbij ze een voorwerp uit de klas moeten onderzoeken: op hoe oud het is, of op waar het vandaan komt. Ik zet al die dingen neer omdat ze uitnodigen tot verder onderzoek.”
“In mijn lokaal is zelfs het plafond versierd. Daar ben ik in 2010 mee begonnen. Het is hier een soort traditie dat je eindigt als plafondkind. Tijdens de laatste week in groep 8 zit er een gat in het plafond, want dan mogen achtstegroepers hun namen erop schrijven. De tegels zijn wel zo gemaakt dat mijn opvolger ze later weer kan omdraaien.”
Heb jij ook een bijzonder lokaal en wil je daar graag meer over vertellen? Mail ons.
Meer weten?
- Scholen in Den Bosch werken met het programma ‘Niet stapelen maar vervangen’ , waarbij onderdelen van het curriculum plaatsmaken voor een structureel aanbod aan buitenschoolse lessen. Net als Meester Hans proberen ze bij hun zaakvakken te kijken naar kansen buiten de school.
- Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen nieuwe dingen leren. Drie voorbeelden van onderzoekend leren in het po.