‘Saaie lesstof’ vervangen door levensecht leren
praktijk
po

‘Saaie lesstof’ vervangen door levensecht leren

Je inbox stroomt over van aanbieders van educatieve activiteiten. Allemaal even leuk en leerzaam voor de leerlingen, maar waar moet je de tijd vandaan halen om er iets mee te doen? In Den Bosch is daarom het programma ‘Niet stapelen maar vervangen’ opgezet, waarbij onderdelen van het curriculum plaatsmaken voor een structureel aanbod aan buitenschoolse lessen.

“Saaie lesstof vervangen door levensecht leren, dat is eigenlijk de kern van ‘Niet stapelen maar vervangen’”, vertellen Nicole van Mook, projectleider en directeur van basisschool Het Rondeel in Den Bosch en Marleen Kant, projectleider en schoolleider van KC Den Krommenhoek. “Buiten de klas is zoveel moois te leren. Om gelijke kansen te bevorderen, wil je leerlingen een zo breed en rijk mogelijk aanbod geven. Maar dat kan niet bovenop het curriculum en een incidenteel uitstapje is ook niet de oplossing.” 

Daarom stelden de directeuren van de ATO-Scholenkring uit Den Bosch in 2016 een versnellingsvraag aan de PO-Raad. Samen met SLO en Kennisnet gingen ze vervolgens aan de slag met het project Niet stapelen maar vervangen, wat resulteerde in een systeem gebaseerd op de aanbodsdoelen van SLO. Die maken inzichtelijk welke kennis en vaardigheden je in het curriculum aanbiedt, waardoor het makkelijker wordt om onderdelen te vervangen voor extern aanbod.

Innovatie gevraagd

Lesstof die je in de klas zou behandelen, kan nu dus ook door een externe aanbieder worden ingevuld. Daarvoor is wel een omslag nodig, vertelt Kant. “Wij als scholen zijn nu de vragende partij en hebben hoge eisen. Het aanbod moet aansluiten op het curriculum en innovatief zijn. Want als een leerkracht het ook zelf kan organiseren, doen we dat liever. Het is even wennen, voor iedereen. Ook leerkrachten moeten innovatiever worden en het vertrouwen hebben dat ze niet alles zelf hoeven te doen.” 

In de opstartfase van het programma werken scholen nauw samen met de partners om het aanbod af te stemmen op de vraag. Om de lijnen kort te houden, zijn er de Bossche Educatieve Makelaars: de contactpersonen die hun eigen sector vertegenwoordigen. “Er is bijvoorbeeld een educatieve makelaar van de GGD. Die gaat over de pijler gezondheid en bekijkt hoe de Week van de Lentekriebels in de aanbodsdoelen past en welke activiteit daaraan gekoppeld kan worden. Maar de samenwerking gaat verder: als er geen passend aanbod is, dan ontwikkelen partners dat op maat.”

Lokale partners

Het buitenschoolse aanbod voor de leerlingen loopt in vorm uiteen, maar is altijd in de buurt van de school. “Als school zijn we gestopt met uitstapjes door heel Nederland”, vertelt Kant. “Vervoer is duur en ouders kunnen het niet betalen of hebben geen tijd om mee te gaan. Terwijl juist rondom de school veel te ontdekken valt. Je kunt een les over biodiversiteit ook geven op je eigen schoolplein. Datzelfde geldt voor burgerschap. Hoe mooi is het om juist in je eigen leefomgeving te leren hoe je je steentje kunt bijdragen? Daarom werken we het liefst met lokale partners. We willen ook dat zij nadenken over verbinding in de wijk door bijvoorbeeld samenwerkingen op te starten tussen organisaties en scholen.”

Dictee-estafette

Een van die samenwerkingen heeft geresulteerd in de techniektour, waarbij een bus vol techniekmaterialen ingezet wordt op scholen door de hele stad. “Die kennis en materialen kun je als school niet bieden, dus dat is echt een verrijking”, vertelt Van Mook. Andere voorbeelden van het uiteenlopende aanbod zijn: een les van een mondhygiënist in de tandartsbus, uitleg van de leesconsulent in de bibliotheek of een skateboardworkshop op het schoolplein. 

Maar ook bij de zaakvakken worden de kansen buiten het schoolgebouw bekeken. “Je kunt de spellingcategorieën op het schoolplein toepassen. En een les begrijpend lezen over konijnen krijgt meer betekenis als je op de kinderboerderij ziet hoe je konijnen verzorgt.” Van Mook ziet dat een andere aanpak verfrissend werkt en goed aanslaat bij de leerlingen. “Sommige leerlingen vinden het lastig om stil te zitten, voor hen is een dictee-estafette buiten veel aansprekender dan een dictee in de klas. Andere leerlingen vinden het lastig om te vertellen in de kring, als ze met een camera naar buiten mogen kunnen ze op een andere manier hun stem laten horen.”

Elke middag buiten les

Iedere school in Den Bosch bepaalt zelf hoeveel lesstof ze inwisselt voor leren buiten de klas. “Op elke school wordt op z’n minst dagelijks nagedacht over hoe het aanbod het beste aansluit op wat de leerlingen nodig hebben, hoe we naar buiten kunnen en welke partners daarbij betrokken kunnen worden”, vertelt Van Mook. Met haar eigen school wil ze dat leerlingen vanaf 2024 alleen de ochtenden nog in het lokaal zitten voor de zaakvakken. “De basislessen taal, rekenen en lezen doen we dan in de klas. In de middagen werken de leerlingen aan hun burgerschaps- en talentontwikkeling buiten de klas.” Als het programma zover is, zien de collega’s nog een groot voordeel van dit programma: het kan leraren ontlasten. “In de toekomst is het de bedoeling dat een groepsleerkracht zich kan richten op andere taken als de leerlingen les krijgen van een externe partner.”

Meer lezen?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.