Het lokaal van… biologiedocent Jasper
Jasper Palstra geeft biologieles aan bovenbouwleerlingen vmbo, havo en vwo van het Rudolf Steiner College, een vrijeschool in Rotterdam. Zijn groene lokaal is een verlengstuk van zijn hobby.
“Ooit was dit een stoffig geschiedenislokaal waar niemand naar omkeek. Totdat ik het confisqueerde en omtoverde tot een oerwoud vol planten en dieren. Het begon omdat mijn huis te klein werd voor mijn plantenhobby. Toen bedacht ik dat een biologielokaal eigenlijk niks is zonder planten en dieren. Ik nam planten van huis mee en koos voor dieren die praktisch zijn in hun verzorging. Zo staan er nu een aquarium met guppy’s, een terrarium met wandelende takken en een bak met Afrikaanse reuzenslakken. Die laatste eten groente- en fruitresten. Ik ben een samenwerking aangegaan met onze kantine, die mij van etensresten voorziet.”
“Over alle planten en dieren in mijn lokaal is veel interessants te zeggen. Ik probeer mijn lesstof erop aan te laten sluiten. Leerlingen vinden het leuk om de wandelende takken vast te houden. Dan leer ik ze meteen dat die een uitwendig skelet hebben en laat ik ze dat voelen. Laatst kreeg ik commentaar van een leerling die zei: ‘Je verzorgt ze niet goed, er ligt een dooie.’ Dat bleek geen dode wandelende tak, maar zijn vervelling te zijn. Dus kon ik meteen laten zien hoe deze dieren uit hun vel barsten en weer verder groeien.”
“Qua planten heb ik een paar bijzondere exemplaren staan. Zoals deze mangroveplant die normaal gesproken in tropische kustgebieden groeit. Omdat het best warm is in mijn lokaal, doet die het hier ook goed. In de natuur dienen de wortels van de plant als kraamkamers voor vogels, vissen en andere waterdieren.”
“Dit is een mierenplant. Het is een tropische epifyt, wat betekent dat hij op een andere plant groeit. Hij heeft een verdikte stam met aan de binnenkant een heel gangenstelsel. In het wild leven daar mierenkoloniën in. Het mooie is dat die mieren meststoffen achterlaten waar de plant iets aan heeft. Dat is een vorm van symbiose: ze hebben iets aan elkaar.”
“Over mierenkoloniën gesproken: daarvan hebben we er ook een in de klas. Vorig schooljaar vertelde een leerling dat hij op de basisschool een mierenkolonie had. De rest van de les ging over mieren en voor ik het wist hadden we een beginnende mierenkolonie. Dat klinkt trouwens groter dan het is: ze zitten in een reageerbuisje.”
“Ik heb nog wat dieren op mijn verlanglijstje staan: dwerggarnalen of rivierkreeften lijken me leuk. Of amfibieën, zoals een gifkikker of een salamander. Van een van mijn leerlingen krijg ik binnenkort Chinese dwergkwartels. Hij heeft thuis een broedmachine en daarmee al van alles uitgebroed. Zelfs een ei van de supermarkt.”
“Het enige nadeel van mijn oerwoud is dat ik elke zomervakantie twee volksverhuizingen houd: een vóór, en een ná de vakantie. De meeste planten overleven het gelukkig wel zes weken buiten, maar alle dieren gaan mee naar huis. Ik schep de vissen uit het aquarium in een emmer water die ik aan mijn fietsstuur hang. De wandelende takken gaan in bakjes in een boodschappentas en de bak met slakken vervoer ik op m’n stuur. Ik ben er wel even zoet mee, maar dat heb ik graag over voor zo’n gezellig klaslokaal.”
Heb jij ook een bijzonder lokaal en wil je daar graag meer over vertellen? Mail ons.
