Spelenderwijs getalbegrip peilen bij kleuters
Als kleuters leren tellen, gebeurt er van alles in hun denken en handelen. Maar hoe kun je als leraar inschatten of de ontwikkeling van het getalbegrip naar wens verloopt? Met praktische spelletjes en goed observeren zie je als leraar precies hoe ver een leerling is.
Het toetsen van de ontwikkeling van getalbegrip via werkbladen of losse vragen past niet zo goed bij kleuters. De informatie die het oplevert is niet altijd volledig. Dat komt omdat kennis en vaardigheden vaak geïsoleerd worden getoetst. Belangrijk is juist om te weten of kinderen inzicht hebben in getallen en hoe goed ze al kunnen tellen. Met diverse spellen kun je dat bereiken.
Vijf praktische getalbegripsspellen
SLO ontwikkelde daarom het instrument Als kleuters leren tellen. Met dit instrument heb je toegang tot achtergrondinformatie over de manier waarop kleuters leren tellen en getalbegrip ontwikkelen. Er zijn vijf praktische peilingspelletjes:
- Muizenrace
- Wie het meeste gooit
- Ik kan toveren
- Memory
- Alles op een rijtje
Met de observatieformulieren uit het instrument kun je als leraar op een speelse manier nagaan wat een kleuter weet en kan, maar ook hoe hij denkt en redeneert.
Peilingspel Wie het meeste gooit
In de video bij dit artikel zie je dat het spel Wie het meest gooit wordt gespeeld. De opzet en inhoud van het spel vind je in onderstaande beschrijving. Ook lees je over belangrijke observatiepunten en mogelijke interventies. De beschrijving van de andere vier peilingsspellen vind je in het instrument Als kleuters leren tellen.
Spelregels Wie het meeste gooit
De spelers leggen samen ongeveer 15 fiches bij elkaar op een hoopje. Dit is de pot. Beide spelers gooien vervolgens tegelijk met ieder twee dobbelstenen. De speler die de meeste stippen gooit, mag een fiche uit de pot pakken. Gooien de spelers evenveel, dan krijgt ieder van hen een fiche. De spelers gaan door totdat alle fiches uit de pot zijn. Degene met de meeste fiches is de winnaar.
Wiskundige observatiepunten en peilen getalbegrip
Veel aspecten van getalbegrip komen op verschillende niveaus aan de orde.
- Het opzeggen van de telrij tot en met 12
- Het tellen van hoeveelheden tot en met 12
- Het vergelijken en/of ordenen op meer, minder, meeste, minste en evenveel
- Het verkort tellen met behulp van de dobbelsteenstructuur
- Het oplossen van eenvoudige optelproblemen onder 12
Bij het vergelijken van de dobbelstenen zijn telstrategieën zoals verkort tellen van belang. Verkort tellen, bijvoorbeeld met behulp van de vijfstructuur, is een belangrijke basis voor het leren optellen. Wijs de leerling spelenderwijs op deze handige telstrategie. Kinderen die dit na een aanwijzing doorzien, en beseffen dat je niet elke eenheid apart hoeft te tellen om het aantal te bepalen, hebben al meer rekeninzicht dan leerlingen die dit niet oppakken.
Aandachtspunten en interventies
De onderstaande voorbeelden voor interventies geven een beeld van hoe je nagaat in welke mate de leerling aspecten van getalbegrip beheerst, de leerling denkt en de leerling redeneert.
Voorbeeld 1: Beide spelers hebben gegooid. Er zit een groot verschil tussen de worpen en de leerling begint met het één voor één tellen van de stippen. Je kunt dan als leraar vragen: ‘Kun je het ook meteen zien zonder precies te tellen?’
Voorbeeld 2: De leerling gooit vijf en drie en wil de stippen van beide dobbelstenen tellen. Je kunt de leerling wijzen op een doortelstrategie. ‘Ik zie dat er op deze dobbelsteen vijf stippen staan, waardoor ik kan doortellen op de andere dobbelsteen: 6, 7, 8. Dan hoef ik niet alles opnieuw te tellen. Kun jij dat ook?’
Meer weten over rekenen en getalbegrip bij kleuters?
Meer weten over rekenactiviteiten voor kleuters? Lees dan op Leraar24 de artikelen over:
- het effectief verbeteren van rekenvaardigheden bij kleuters
- het gebruik van prentenboeken om kleuters beter te laten rekenen