Bevorder diep leren met levensechte opdrachten
onderzoek
vo

Bevorder diep leren met levensechte opdrachten

Levensechte opdrachten zorgen ervoor dat leerlingen in het voortgezet onderwijs onderwerpen beter begrijpen. Die opdrachten mogen best complex zijn. Dit zogenoemde diep leren vraagt wel om actieve begeleiding.

© Nieke Martens

Wat is diep leren? De onderzoekspublicatie Diep Leren – Praktische handreikingen voor het bevorderen van diep leren bij leerlingen in het voortgezet onderwijs uit 2017 definieert het als betekenisvol leren. Dat wil zeggen dat een leerling nieuwe kennis en vaardigheden bewust integreert met de kennis en vaardigheden die hij al heeft. Diep leren gaat ervan uit dat leerlingen interesse hebben in de inhoud en zaken willen begrijpen. Ze leren relaties leggen tussen leerinhouden, verbinden hun eigen voorkennis aan nieuwe ideeën en koppelen begrippen en ervaringen aan het dagelijks leven.

Verrijking van de basisstof

Hoe ziet diep leren er in de praktijk uit? Om dat te achterhalen keken de onderzoekers in 2017 naar leersituaties op scholen van AOS Zuidoost-Brabant. Een van de deelnemende leraren was Simon de Groot. Hij geeft natuurkunde op het Peellandcollege en werkt voor zijn vak met diverse levensechte opdrachten. “Ik heb zelf modules ontworpen waarmee leerlingen in groepjes, individueel en klassikaal werken. Net wat het beste past. Dit lesmateriaal met levensechte opdrachten is een verrijking van de basisstof. We leggen een natuurkundig onderwerp nu kort klassikaal uit. Daarna laten we leerlingen zelf puzzelen met de modules en het basisboek van de methode. Zo krijgen ze de rest van de uitleg zelf helder.”

O, werkt dat zo!

Bij natuurkunde zijn gegevens en antwoorden vaak bekend en duidelijk. In het geval van levensechte opdrachten ligt dat anders. De Groot laat zijn leerlingen bijvoorbeeld berekenen hoe lang een Boeing 747 erover doet om van Amsterdam naar New York te vliegen. Leerlingen moeten daarbij zelf op zoek gaan naar informatie. “Ze komen dan tot het inzicht dat het vliegtuig niet overal op dezelfde snelheid kan vliegen en moeten zelf beslissingen nemen over welke route ze nemen. Door deze levensechte opdrachten ontdekken ze hoe de theorie werkt. Leerlingen roepen soms letterlijk: ‘O, werkt dat zo.’”

Instructie op maat

Door deze manier van werken staat Simon de Groot tegenwoordig minder lang voor de klas. “Het klassikaal uitleggen is kort. Daardoor heb ik meer tijd om door de klas te lopen en leerlingen te helpen. Ik zet leerlingen met hetzelfde niveau in groepjes bij elkaar, zodat ik mijn instructies daarop kan afstemmen. Een zwakker groepje kan ik iets nog een keer uitleggen en leerlingen die goed zijn, kunnen vast vooruit.” 

De Groot heeft de modules zelf ontwikkeld, met behulp van een aantal subsidies. Hij krijgt hierbij input van zijn collegadocenten natuurkunde die ook met het materiaal werken.

Gemotiveerd aan de slag

Maaike Koopman – hoofdonderzoeker van het praktijkonderzoek naar diep leren, en tijdens het onderzoek verbonden aan de Eindhoven School of Education – vertelt over deze manier van leren. “Soms waren de leeropdrachten zó authentiek, dat leerlingen echt gemotiveerd raakten om zelfstandig aan de slag te gaan. In andere gevallen waren opdrachten slim samengesteld, waardoor leerlingen dankzij het materiaal en goede begeleiding complexe kennis ontwikkelden. In een van de situaties ontdekten leerlingen bijvoorbeeld zelf wetmatigheden rond elektriciteit via aangereikte puzzelopdrachten en bronnen.” 

Tips voor het bevorderen van diep leren

  • Zorg dat de leerdoelen gericht zijn op onderzoeken of kritisch denken.
  • Werk thematisch.
  • Laat leerlingen samen werken aan een opdracht.
  • Kies een centraal thema. 
  • Besteed voldoende tijd aan het centrale thema om de diepte in te gaan. Doe dit in meerdere lessen verdeeld over meerdere weken.
  • Koppel leerdoelen en opdrachten aan het thema.
  • Maak opdrachten waarin diep leren noodzakelijk is. Laat leerlingen zelf puzzelen met leerstof.
  • Begeleid proactief: bewaak de voortgang, stel vragen die leerlingen aan het denken zetten,  werk met tussenproducten en mijlpalen, en coach op het samenwerkingsproces.
  • Maak een inschatting van de moeilijkheidsgraad van de leerstof: complexere leerstof (bijvoorbeeld conceptuele kennis) vraagt om meer ondersteuning.
  • Gebruik slimme peerfeedback: zorg dat leerlingen kritisch over hun eigen en andermans werk nadenken.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.