Hoe werken scholen aan digitale geletterdheid?
praktijk
po vo mbo so

Hoe werken scholen aan digitale geletterdheid?

Op school leren leerlingen vaardigheden die ze nodig hebben in het leven. Digitale geletterdheid mag daarbij niet ontbreken en gaat over het ontwikkelen van vaardigheden om mee te kunnen doen in de digitale wereld. Wat houdt digitale geletterdheid precies in en hoe pakken andere scholen dat aan?

Twee leerlingen zitten achter een computerscherm

Digitale geletterdheid is – net als ‘gewone’ geletterdheid – een combinatie van kennis en verschillende vaardigheden. Leerlingen leren omgaan met complexe (digitale) situaties. Ze leren problemen herkennen en naar oplossingen zoeken. Volgens de nieuwe kerndoelen is digitale geletterdheid onderdeel van het curriculum in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs, en valt het onder de basisvaardigheden.

Vanaf 1 augustus 2027 zijn de kerndoelen voor digitale geletterdheid officieel en in 2031 moeten ze zijn ingevoerd in het curriculum. De kerndoelen gaan uit van drie domeinen van digitale geletterdheid:


1. Praktische kennis en vaardigheden: de leerlingen zetten digitale technologie en digitale media in.
2. Ontwerpen en maken: leerlingen creëren digitale producten.
3. De gedigitaliseerde wereld: leerlingen participeren in deze wereld en ontwikkelen hier kritisch denkvaardigheden over.

Werken aan deze vaardigheden in de praktijk

Samen met vakdidactici, scholen en onderwijsorganisaties heeft SLO de kerndoelen en een definitie van het begrip digitale geletterdheid uitgewerkt. Daarbij gingen ze uit van de volgende vaardigheden en dit is hoe scholen daarmee aan de slag zijn:

Ict-basisvaardigheden

Dit gaat om het leren begrijpen van de werking van computers en verschillende netwerken. Leerlingen en studenten leren omgaan met verschillende soorten technologieën. Het gaat om de bediening van deze apparaten en technologieën, maar ook over het begrijpen van de mogelijkheden en beperkingen.

Openbaar Onderwijs Groningen ontwikkelde een doorlopende leerlijn digitale geletterdheid voor leerlingen vanaf groep 1 in het po tot de hoogste klassen in het vo. In speciale E-labs leren leerlingen werken met digitale technieken en omgaan met verschillende apparaten.

Informatievaardigheden

Hierbij leren leerlingen omgaan met een informatiebehoefte. Ze brengen in kaart welke informatie ze nodig hebben en leren vervolgens zoeken naar betrouwbare informatie. Het selecteren, analyseren en verwerken van de juiste informatie hoort hier ook bij.

Constructieve feedback op werkstukken

Mark Wevers, leraar van groep 7 van IKC Magenta in Delden, besloot zich tijdens zijn master Leren en Innoveren te focussen op het verbeteren van de informatievaardigheden van leerlingen. Hij concentreerde zich op leerlingen in groep 5 tot en met 8 die een werkstuk moesten maken. Wevers zag dat leerlingen vooral bezig waren met het knippen en plakken van online teksten, zonder de informatie echt te verwerken. 

Wevers ontwikkelde – na het doen van uitgebreid literatuuronderzoek – de aanpak ZODIV, oftewel: ZO gebruik je Digitale InformatieVaardigheden. Hij testte zijn aanpak in vier klassen. De aanpak richt zich op de instructie voor online lezen en het geven van constructieve feedback aan de leerling. Mark Wevers: “Ik merkte dat leerlingen de informatie die ze op internet vonden, vaak niet begrepen. De korte tekstfragmenten maken dat leerlingen niet tot een dieper tekstbegrip komen.”

De aanpak ZODIV bestaat uit een startpresentatie, een logboek voor leerlingen, en een handleiding voor leerkrachten. In die handleiding staat onder andere hoe je als leraar instructies kan geven voor het formuleren van zoekwoorden en hoe je feedback kunt geven tijdens het proces. Het resultaat? Enthousiaste leerlingen en leerkrachten. Ook de kwaliteit van de werkstukken wordt beter. 

Wevers: “Dat komt vooral door de structuur die de aanpak biedt, maar ook door de constructieve feedback die leerlingen krijgen.” Vooral bij het formuleren van zoekwoorden ziet Wevers vooruitgang, en niet alleen tijdens het maken van werkstukken. “Ook bij wereldoriëntatie en taal wordt die vaardigheid beter. Leerlingen typen geen hele zinnen meer, maar zoeken gericht met goede zoekwoorden.”

Meer weten? Mark Wevers is van plan de aanpak ZODIV verder uit te bouwen in de toekomst. In het IPON magazine (november 2024) lees je er meer over. 

Computational thinking

Hierbij gaat het om het leren nadenken over hoe een computer en andere digitale toepassingen werken en hoe die problemen voor je kunnen oplossen. Het verkrijgen van inzichten over bijvoorbeeld algoritmes hoort hier ook bij.

Felienne Hermans, hoogleraar didactiek van de informatica, laat in een video zien hoe zij het vak Modelleren en Programmeren op de kaart zet op het Codasium, onderdeel van het Lyceum Kralingen.

Mediawijsheid

Dit betreft de kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te kunnen gaan met (sociale) media. Onderwerpen als veiligheid, het beschermen van je persoonsgegevens en digitaal burgerschap vallen hier ook onder.

Frits Meijer is leraar en mediacoach in het vso. Hij geeft medialessen aan (zeer moeilijk lerende) leerlingen, zodat ze goed en veilig leren omgaan met sociale media. Meijer vindt het voor zijn leerlingen misschien nog wel belangrijker dat ze mediawijs worden, want zij zijn kwetsbaarder en kunnen risico’s moeilijker inschatten dan leerlingen in het reguliere onderwijs.

Aan de slag met digitale geletterdheid

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.