‘Voorkennis activeren werkt als klittenband: nieuwe leerstof blijft eraan kleven’
praktijk
po vo mbo so

‘Voorkennis activeren werkt als klittenband: nieuwe leerstof blijft eraan kleven’

Door voorkennis te activeren sla je een brug tussen wat leerlingen al weten en wat ze gaan leren. Als leraar maak je daar ongetwijfeld al gebruik van. Maar doe je het ook op de meest effectieve manier? Auteur en onderwijsadviseur Marcel Schmeier en mbo-docent Oihiba Makrouf vertellen hoe je het werkgeheugen van leerlingen opstart en ervoor zorgt dat lesstof beter beklijft.

© Nieke Martens

Ook onderwijsadviseur Marcel Schmeier dacht dat hij al goed aanhaakte bij de voorkennis van zijn leerlingen. Tot hij een Amerikaans boek las over expliciete directe instructie (EDI). Het boek was een eye-opener. “Een deel ging bijvoorbeeld over begrip controleren. Ik vroeg meestal aan de klas: ‘Snappen jullie het?’ Nu ontdekte ik dat dat onvoldoende is. Om echt te weten of iedereen jouw instructie begrijpt, kun je de klas beter een controlevraag stellen. Laat alle leerlingen het antwoord op een wisbordje schrijven, of geef drie willekeurige leerlingen een beurt.”

Voorkennis activeren is een belangrijk onderdeel van het EDI-lesmodel. Schmeier: “Als je nieuwe informatie koppelt aan wat je weet, wordt het betekenisvoller. Voorkennis activeren werkt als klittenband: nieuwe leerstof blijft eraan kleven.”

Iedereen actief

Houd de doorlopende leerlijn voor ogen als je met voorkennis activeren aan de slag gaat. Zo weet je wat er achter je ligt en waar je naartoe werkt. Dat zegt Oihiba Makrouf, docent pedagogisch werk en coach aan het MBO College Almere. “Ik geef studenten ook rekenles. Stel dat het lesdoel breuken vermenigvuldigen is, dan vraag ik wat de verschillen zijn tussen de teller en de noemer.” 

‘Ik herhaal antwoorden die studenten geven en vul aan waar nodig, zodat de hele klas dezelfde voorkennis heeft’

Alle studenten gaan vervolgens actief met die vraag aan de slag. Ze denken erover na en schrijven het antwoord op. Vervolgens gaan ze in duo’s of groepjes met elkaar in gesprek en wisselen ze onderling uit wat ze over dit onderwerp weten. Ze vullen elkaar aan, bevestigen of corrigeren elkaar. “Ondertussen observeer ik de studenten, zodat ik een beeld heb van wie voldoende voorkennis heeft en wie extra input kan gebruiken,” zegt Makrouf. Ze sluit dit lesonderdeel klassikaal af door willekeurig een aantal studenten de beurt te geven. “Ik herhaal de antwoorden die ze geven en vul aan waar nodig, zodat de hele klas dezelfde voorkennis heeft. Tot slot benoem ik het verband tussen de voorkennis en het lesdoel waarmee we aan de slag gaan. Dan kunnen we beginnen.” 

Verschil in voorkennis

Niet alle leerlingen beschikken over dezelfde voorkennis. Bijvoorbeeld omdat ze lessen gemist hebben, er grote niveauverschillen in de klas zijn of leerlingen bepaalde kennis vanuit huis niet meekrijgen. In dat geval raadt Schmeier preteaching aan. “Spijker leerlingen die voorkennis missen, kort en krachtig bij.” 

Dat kan ook helpen bij leerlingen die moeite hebben met een bepaald onderwerp. “Bij een les over klokkijken, kun je voorafgaand aan de les met zwakke leerlingen eerst de hele uren doornemen en daarna alvast de halve uren met ze inoefenen. Zo starten ze de les met extra kennis, wat goed is voor hun zelfvertrouwen.” 

Ook adviseert Schmeier bewust leerlingen te kiezen die voorkennis met elkaar uitwisselen. “Maak,  afhankelijk van de werkvorm, strategische duo’s die elkaar kunnen helpen of die juist aan elkaar gewaagd zijn.” 

Van wisbordje tot quiz

Het mooie aan voorkennis activeren is dat het bij elk vak en op elk niveau werkt. Of je nu lesgeeft in het primair, voortgezet of speciaal onderwijs of op het mbo. Hooguit verschilt de manier waarop je voorkennis activeert, zegt Schmeier. “Bij kleuters zet je eerder materialen in zoals telkaartjes, terwijl je in het voortgezet onderwijs meer open vragen stelt.” 

Makrouf herkent dit. “Voorheen werkte ik in het primair onderwijs graag met wisbordjes, zodat ik in een oogopslag zag of de voorkennis op orde was. In het begin gebruikte ik ze ook op het mbo, maar ik merkte al snel dat studenten dat kinderachtig vonden. Nu zet ik andere werkvormen in om de voorkennis te activeren, zoals een Kahoot!-quiz of peer teaching, waarbij studenten van elkaar leren door een stage-ervaring te delen. Daarmee verbinden ze de theorie meteen aan de praktijk.”  

Veilige leeromgeving

Makrouf start elke les met voorkennis activeren. Haar studenten weten daardoor wat ze kunnen verwachten en beginnen haar lessen met een actieve houding. Voor collega’s die hier ook mee aan de slag willen, heeft ze nog wat tips. “Zorg voor een veilige leeromgeving waarin elke leerling of student zich vrij voelt om voorkennis te delen en benoem ook dat je elkaar helpt of aanvult als die voorkennis niet correct of volledig is. Begin simpel, ga niet meteen met allerlei ingewikkelde werkvormen aan de slag. Houd ook je leerdoelen helder, zodat het duidelijk is waar je vandaan komt en waar je naartoe werkt.” 

Het gebeurt weleens dat Makrouf merkt dat de voorkennis van haar studenten niet op orde is. “Durf dan een stap terug te zetten. Want pas als de voorkennis op orde is, kom je vooruit.” 

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.