Werken aan een rijke woordenschat met woordclusters
Op basisschool Samenspel krijgen leerlingen nieuwe woorden aangeleerd in clusters van twee, drie of vier woorden die een relatie met elkaar hebben. Woorden worden namelijk het beste onthouden als je ze in samenhang met andere woorden aanbiedt. Bekijk hoe je zelf woordclusters kunt maken.
Basisschool Samenspel in Amsterdam werkt al jaren met de aanpak ‘Met woorden in de weer’ om de woordenschat van de leerlingen te vergroten. Een uitgebreide woordenschat is immers belangrijk om te kunnen leren. Leerkracht Maritza Rietdijk vertelt in de video hoe ze werkt met woordclusters in groep 6. De leerlingen leren in korte woordleermomenten snel veel nieuwe woorden. Snel en effectief, vinden de leraren die zelf de woordclusters maken en het didactisch model van de viertakt als basis nemen.
Zelf woordclusters maken
Woordclusters kun je in beeld brengen met verschillende woordwebstructuren, zoals de woordspin, woordparachute, woordkast of woordtrap. Bij voorkeur zijn de woorden voorzien van een afbeelding of een foto.
- Een woordspin maak je door vrij te associëren rondom een hoofdbegrip; alle woorden in een woordspin hebben een relatie met elkaar.
- In een woordparachute verzamel je woorden van dezelfde (sub)categorie.
- De woordkast wordt gebruikt bij tegenstellingen (groot-klein of dag-nacht).
- De woordtrap laat zien dat er sprake is van een opeenvolging of overtreffende trap (fluisteren, praten, roepen, schreeuwen).
De viertakt als didactisch model
Bij deze manier van lesgeven kiest de leerkracht zelf de woorden, de volgorde, de clustering en de manier waarop leerlingen ze oefenen. Dit kunnen woorden zijn uit de taalmethode, de methode voor wereldoriëntatie of vanuit het thema waaraan gewerkt wordt. Er is veel aandacht voor het uitbeelden, uitleggen en uitbreiden van nieuwe clusterwoorden. Bij het aanbieden van woordclusters kun je het didactisch model van de viertakt als basis gebruiken. Deze bestaat uit vier stappen:
- Voorbewerken: leerlingen warm maken voor de nieuwe woorden.
- Semantiseren: het verhaal vertellen waarin de woorden passen, nieuwe woorden zeven keer herhalen.
- Consolideren: de leerlingen gebruiken zelf de woorden, bijvoorbeeld met een spel.
- Controleren: de leraar controleert welke woorden de leerlingen beheersen en introduceert nieuwe woorden.
Meer weten?
- Dit zegt onderzoek over het ontwikkelen van een rijke woordenschat.
- Hoe je de woordenschat van leerlingen kunt vergroten met drama, taal en kunst.
- Petra de Lint, leerkracht van groep 8, verbindt de taaldomeinen lezen, schrijven, spreken en kennis over taal met elkaar tijdens haar lessen.
- Ga aan de slag met coöperatieve werkvormen voor de woordenschat.
- Lees het artikel Hoe verrijk je het leren van kleuters met ict? over hoe je met ict-tools de woordenschat van jonge kinderen vergroot.