‘Dankzij extra lessen kunnen onze leerlingen zich breder ontwikkelen’
actueel
po

‘Dankzij extra lessen kunnen onze leerlingen zich breder ontwikkelen’

Met het Nationaal Programma Onderwijs trekt het kabinet 8,5 miljard euro extra uit voor het onderwijs. Waar geven scholen dit geld aan uit? Wat werkt en waar lopen ze tegenaan? In deze serie delen scholen hun aanpak, successen en zorgen. Kristel van Dalsum, directeur van basisschool De Bavokring in Rotterdam: “Waar we voorheen enorm om geld moesten leuren, krijgen we nu ineens wat we nodig hebben.”

Een groep basisschoolleerlingen krijgt een rondleiding in het Mauritshuis.
Leerlingen krijgen een rondleiding in een museum © Serge Ligtenberg

Welke interventies gaat jouw school inzetten? Die vraag stelde Teacher Tapp onlangs. Uit de antwoorden van 271 basisschoolleerkrachten blijkt dat het geld van het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) op de meeste scholen naar (extra) inzet van personeel en ondersteuning gaat en naar effectieve inzet van onderwijstijd. In het primair onderwijs heeft 46% van de leerkrachten er extra handen in de klas bijgekregen, 42% heeft nu meer nieuwe collega’s op school. 

Directeur Kristel van Dalsum van basisschool De Bavokring in Rotterdam herkent zich in bovenstaande cijfers. Vanwege een hoge achterstandsscore, heeft de school een groot NP Onderwijs-budget ontvangen. “Een deel van het geld hebben we ingezet om parttime leerkrachten een dag extra in te zetten, zodat we meer tijd hebben voor extra ondersteuning.”

Inventariseren per groep

“Bij ons op school komen veel leerlingen met een vertraging binnen”, vertelt Van Dalsum. “Het is dus te makkelijk om alle vertragingen op corona af te schuiven. Wij hebben geen schrikbarende verschillen geconstateerd, maar wat wel opvalt, is dat de leerresultaten van groep 3 en 4 zijn achtergebleven. Daarvoor kunnen we thuisonderwijs als oorzaak aanwijzen.” 

Na het inventarisateren van de vertragingen, organiseerde Van Dalsum een teamvergadering om met elkaar te beslissen aan welke interventies van de menukaart behoefte was. “Ons uitgangspunt hierbij was: kijken naar wat de leerlingen nodig hebben. Dat hebben we per groep gedaan, want er zit een groot verschil tussen een kleuter en een groep 8-leerling. Doordat we samen bedacht hebben hoe we de NP Onderwijs-gelden kunnen inzetten, is dit een plan van het hele team en zet iedereen zich ervoor in.”  

Contracten uitbreiden

Dankzij de NP Onderwijs-gelden kon het team een collega vier dagen per week vrijspelen, waardoor zij nu pre-teaching, remedial teaching en een-op-eenbegeleiding kan geven. Een gouden greep, volgens Van Dalsum: “De leerlingen die zij begeleidt, gaan met sprongen vooruit. Ook hebben we twee kleine klassen samengevoegd tot één klas, wat beter was voor de groepsdynamiek van die klas. Omdat de gelden er maar voor twee jaar zijn, hebben we geen extra mensen aangenomen. Dat lijkt me geen duurzame interventie: je kunt die na twee jaar niet meer betalen. ” 

Hulp van externen

Daarom werkt de school samen met externen die extra lessen verzorgen. “Zo kunnen leerlingen zich op woensdagmiddag vrijwillig opgeven voor lessen waarbij we in blokken aan verschillende thema’s werken. Voor groep 3/4 is dat bijvoorbeeld een periode taekwondo en leesvaardigheid, voor groep 5/6 yoga en leesvaardigheid en voor groep 7/8 confrontatietheater, waarbij leerlingen aan de slag gaan met onderwerpen die tijdens de puberteit spelen, zoals groepsdruk.”

De externe partij verzorgt ook twee vakantieweken. Van Dalsum: “De herfstcampus staat in het teken van levensecht leren. Leerlingen krijgen survivallessen, gaan naar het strand of een museum. Dat is voor veel leerlingen van onze school niet vanzelfsprekend. Ze komen op plekken waar ze anders nooit zouden komen en zien en ontdekken daar dingen die bijdragen aan hun woordenschat, sociaal-emotionele ontwikkeling en vaardigheden op het gebied van cultuur en natuur. Dat ze zich dankzij deze lessen breder ontwikkelen is heel waardevol.”  

Mentorprogramma pilot

Sinds kort is de school ook gestart met een mentorpilot waaraan 15 leerlingen deelnemen. “Voor deze leerlingen is een externe mentor 32 uur per week aanwezig op school. Hij begeleidt ze vanuit hun eigen talenten en interesses. Een van de leerlingen is bijvoorbeeld heel intelligent, maar ook dyslectisch. Hij wil graag astronaut worden. Zijn mentor kiest samen met hem een leerdoel, bijvoorbeeld het bouwen van een raket. Ze gaan samen aan de slag. Niet alleen met de raket, maar ook met het lezen van teksten, iets wat de leerling lastig vindt. Die teksten gaan over astronauten, raketten en het heelal.”  

Lerarentekort

Hoewel Van Dalsum heel blij is met de NP Onderwijs-gelden, plaatst ze ook haar kanttekeningen. “Waar we voorheen enorm om geld moesten leuren, krijgen we nu ineens wat we nodig hebben. Het is alleen jammer dat we heel veel geld in twee jaar moeten uitgeven. Ik had liever minder geld ontvangen dat ik over een langere periode kon uitsmeren, zodat de oplossingen nog duurzamer zouden zijn. Wat ik in Rotterdam zie, is dat veel leerkrachten uit de stad wegtrekken en remedial teaching gaan geven in randgemeenten. Het is de vraag of die leerkrachten over een paar jaar weer terugkeren. Begrijp me niet verkeerd: ik ben heel blij met het programma, maar ik ben ook benieuwd wat het effect over een paar jaar zal zijn.” 

Meer weten? 

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.